‘Genees wat gewond is’: het Veni Sancte Spiritus
Uit het boekje ‘Bidden in tijd van beproeving’ dat onlangs is uitgegeven door uitgeverij Adveniat, heb ik voor u een bijdrage van Paul van Geest uitgezocht. Het boekje is te bestellen via www.adveniat.nl
Pastor Herman Helsloot
‘Nog steeds krijg je van christenen regelmatig te horen dat de natuur zo wondermooi is en getuigt van Gods grootheid en goedheid. Ach, lieve mensen, de natuur is ronduit verschrikkelijk, de natuur is één groot lijden… Wat is er ‘zeer goed’ aan een schep¬ping waarin de vreselijkste parasieten in mens en dier huizen…? Wat is er ‘zeer goed’ aan een schepping waarin alle organismen geterroriseerd worden door parasieten, dus ook parasieten zelf?’
De woorden van Maarten ’t Hart (Wie God verlaat heeft niets te vrezen. De Schrift betwist, Amsterdam: De Arbeiderspers, 1997) zijn onweerlegbaar. Nu het coronavirus een ziekte veroorzaakt die ons angst inboezemt, zouden zij zou haast profetisch zijn geweest als hij na ‘de vreselijkste parasieten’ het woord ‘virussen’ had toegevoegd.
In de traditie van de Lakota Sioux indianen wordt er op geha¬merd dat mensen hun verbinding en eenheid ontlenen aan Wakan Tanka of Tunkashila, de Grote Geest of het Grote Geheim,
‘wiens adem leven geeft aan de hele wereld’. Het is de Geest ook aan wie het vermogen wordt toegekend ons lessen te leren die deze Geest in elk blad en elke rots verborgen heeft; die ons helpt zuivere gedachten te zoeken en anderen te helpen; die ons helpt compassie te vinden zonder dat empathie ons overweldigt.
De wreedheid van de natuur maakt, dat wij ons kwetsbaar weten. Dat maakt ons minder zelfingenomen. Wij gaan ons ernstige zorgen maken om oudere dierbaren. Daarin ontwikkelen wij empathie en compassie. In deze lijn maakt die onbarmhartige natuur onze ontvankelijkheid voor Wakan Tanka, de mysterieuze Geest, mogelijk des te groter. Het is misschien wel de bedoeling dat wij de schepping niet als rozentuin maar als leerschool gaan ervaren. En misschien ligt het ook wel in de ‘ondoorgrondelijke orde achter alle dingen’ (Augustinus) besloten, dat wij elke crisis, door wie of wat ook veroorzaakt, niet als ellende blijven zien maar als kans aangrijpen te groeien in overgave, barmhartigheid en liefde. In het Chinees staat het karakter Wei Jie trouwens voor ‘crisis’ en ‘kans’ tegelijk.
Het blijft waar: de schepping is niet ‘zeer goed’. Maar paradoxalerwijs is zij ook zeer mooi tegelijk: als kosmos, waarin werkelijk alles samenhangt, en als leerschool. De natuur is niet ‘zeer goed’. Zij is onrechtvaardig en onbarmhartig zoals het leven soms zelf. Maar die onbarmhartige natuur leert ons barmhartig te worden. Vaardig wordt dan de geest of de Geest van barmhartigheid over ons die rondwaart en meer in ons aanwezig blijkt dan voorheen vermoed.
Om die Geest vragen christenen al eeuwen, bijvoorbeeld in de eeuwenoude sequentie die tijdens de liturgie van Pinksteren wordt gezongen: het Veni Sancte Spiritus (Kom Heilige Geest).
Veni Sancte Spiritus
Kom, Heilige Geest,
zend uit de hemelse straal
van uw licht
Kom, vader van de armen,
Kom, gever van geschenken,
Kom, licht van het hart.
Allerbeste trooster,
Zachte gastheer van de ziel,
Zoete troost.
Rust bij het werk,
Verfrissing bij hitte,
Vertroosting bij verdriet.
O, aller zaligst licht,
vul het binnenste van het hart
van uw gelovigen.
Zonder uw goddelijke macht,
is er niets in de mens,
is niets onschuldig.
Reinig wat vuil is,
maak nat wat droog is,
genees wat gewond is.
Maak soepel wat stroef is,
verwarm wat koud is,
buig recht wat afgeweken is.
Schenk uw gelovigen,
die vertrouwen op u,
de zevenvoudige heilige gave.
Geef loon voor de deugd,
schenk het uiteindelijke heil,
schenk de voortdurende vreugde.
Amen. Halleluja
Nieuws uit de Kerkstraat
“Wat een gemak! Geen ploeteren meer om er doorheen te komen. Letterlijk en figuurlijk. Een deur die openzwaait en waar je je welkom voelt. Niet alle krachten inzetten om de vesting te kunnen en mogen betreden. De deur gaat open. En weer een groot ‘bedankt’.” Zo luidt de reactie van een parochiane die deze Hemelvaartsweek per mail binnenkwam op het secretariaat. De heren van de Klussenclub hebben eer van hun werk. ’s Morgens vroeg zet Astrid de voordeur op de automatische stand. Dit betekent dat bezoekers via de deuropener op de paal buiten (te bedienen met de elleboog!) de voordeur kunnen openen. De deur sluit na 6 seconden weer, maar als je nog niet binnen bent blijft hij open staan. Wanneer je van binnen naar buiten wilt, wordt je gespot door een elektronisch oog en zwaait de deur galant voor je open.
Soms is het nog even wennen. De eerste ochtend kwam diaken Paul Bindels al vroeg met Djeff de Kerkstraat binnen. Zoals gebruikelijk ging hij eerst even zitten voor een kopje koffie. Op een gegeven moment vroeg iemand zich af waar Djeff was. Meestal loopt hij wat heen en weer te steerten en probeert hij mensen te verleiden om met de bal te spelen. Maar het was opmerkelijk stil. Op Pauls roepen kwam geen reactie. Toen ging ons een licht op. En ja hoor, Djeff lag keurig buiten voor de voordeur en keek wat schuldbewust door het raam naar zijn baas. Blijkbaar was hij door het elektronisch oog gespot en was hij door de openzwaaiende deur naar buiten gelopen. Toen de deur zich sloot kon hij niet meer terug. Misschien moet Paul hem leren om tegen de paal op te springen zodat hij zelf de deur kan openen…
De vervulling van deze lang gekoesterde wens voor een gastvrij openzwaaiende voordeur valt toevallig samen met de voorzichtige heropening van de kerk voor vieringen. Aan de vooravond van Hemelvaartsdag verscheen er op de website van het bisdom een protocol voor parochies, waarin het nieuwe ‘kerkelijk leven op anderhalve meter’ uit de doeken wordt gedaan. Er zal een hoop georganiseerd moeten worden om aan alle eisen te gaan voldoen, maar gelukkig is er weer uitzicht. In de maand juni mogen er 30 kerkgangers naar een viering komen, in juli wordt dit aantal, als alles goed gaat, opgeschaald naar maximaal 100. De afgelopen tijd hebben we samen nagedacht over een indeling van de plaatsen. Het bleek dat er telkens één bank tussenruimte moet zijn. De ‘tussenbanken’ wilden we afsluiten met een koord, maar dat bleek een flinke investering te zijn. Marieke Prein kwam op het idee om de koorden te haken van meerdere draden van restjes wol. Ze ging aan de slag en haakte voor alle 18 afgesloten banken totaal 36 koorden. Op de overige banken en op de stoelen zijn de zitplaatsen nu precies aangegeven. Er zijn 1 en 2-persoons plaatsen, zodat stellen niet apart hoeven te zitten.
Op Sacramentsdag (14 juni) mogen kerkgangers voor het eerst weer ter communie. Hierover staat in het protocol onder andere te lezen: “Gebruik een daarvoor bestemd schepje (of passend pincet).”en “Gebruik een hoestscherm tussen de bedienaar van de H. Communie en de communicant. Onder het hoestscherm wordt de H. Hostie met schepje of pincet op de hand van de communicant gelegd.” Om dit te realiseren zullen we ook weer de hulp van de Klussenclub inroepen. Wellicht kunnen zij een verplaatsbaar hoestscherm maken. Het zal allemaal vreemd zijn voor de voorgangers en kerkgangers. Maar het voornaamste is dat we binnenkort weer samen kunnen komen, iets waar velen naar uitkijken!
Marieke Hoetjes
Vieringen
- Zondag 31 mei – PINKSTEREN – 09.00 uur (besloten, wordt later die ochtend uitgezonden via YouTube)
Eucharistieviering met Vocaal Ensemble olv Zana Naidionova
Voorgangers: H. Helsloot en P. BindelsGebedsintenties:
Wim Heijne, Agnes Heijne-Boersen en overleden dochter Linda
Joop Admiraal
Gré Bakker-Denneman
Marijke Barendse-Broers
Lies Lubke en overleden ouders
Coby Jazet-Crone
Jeanne Deutekom-Schrage
Voor levende en overleden familie Kuijpers
Jac Verberne
Johannes Hendrikus Hageman - Zondag 7 juni – 10.00 uur (kaarten, zie bericht volgende week)
Eucharistieviering met cantor/organist
Voorganger: H. HelslootGebedsintenties:
Joop Stroomer, Annie Schut-Zijp, Martha Groen-Groot, Tony van Sante-van Laarhoven, Marijke Barendse-Broers, Lies Lubke en overleden ouders, Fenny de Koning-Wennekes, Johannes Hendrikus Hageman