Nieuws uit de Kerkstraat
De tweede helft van het werkjaar is aangebroken, een werkjaar dat het thema ’In vrijheid kiezen’ meekreeg. Je kunt dit thema in verband brengen met de herdenking van 75 jaar bevrijding. Maar ook kun je het persoonlijk opvatten: welke keuzes heeft iemand gemaakt in zijn leven. Ter gelegenheid van zijn 70e verjaardag heb ik pastor Herman Helsloot naar zijn levenskeuzen gevraagd. Bij een kop koffie vertelt hij erover, in de gezellige woonkamer van zijn huis aan de Raadhuisweg, waar de kerststal nog in volle glorie staat.
Klein-seminarie
Mijn jeugd bracht ik door in Amsterdam. We woonden aan de Keizersgracht en de Posthoorn, aan de Haarlemmerstraat was onze parochiekerk. Het voorbeeld van een heel aardige kapelaan en vooral van mijn heeroom, die in 1956 uit Brazilië overkwam, leidde ertoe dat ik mijn ouders aan het eind van de lagere school vertelde dat ik naar het klein-seminarie wilde. De reactie van mijn ouders was er één van verbazing en zorg. Zij hadden gedacht dat ik wel naar het Ignatiuscollege zou gaan. Een studie aan het seminarie bracht bovendien veel kosten met zich mee. Er moest kostgeld betaald worden en ik moest een hele uitzet meenemen. De prijs die mijn vader in die dagen won bij de voetbalpoule was een meevaller: er was meer financiële ruimte en ik mocht toelatingsexamen doen op 6 juni 1962.
Op 7 september van dat jaar brachten mijn ouders me naar Hageveld. Op het bordes stond de prefect van de eerste en tweede klassen, Gé Geukers. Mijn ouders stelden zich aan hem voor en hij bulderde: “Zo, dan ben jij dus Herman!” De eerste maanden waren best zwaar, ik had last van heimwee, ondanks dat ik per week twee brieven van thuis kreeg. En de eerstejaars, 87 in getal, werden ook wel een beetje ‘afgeknepen’ door de ouderejaars. Ik herinner me dat er aan de eerste broodtafel die ik meemaakte werd beweerd dat de twee plakjes cervelaat alleen voor de eerste boterham waren en dat de rest van het beleg later kwam. Maar er bleek natuurlijk niets meer te komen….
Grote veranderingen
In de zomer van 1964 werd ik ter observatie opgenomen in het ziekenhuis. Er was iets met mijn longen. Op het briefje voor de longfoto, stond in het latijn ‘’bronchii sinistra’. Als bijdehand seminaristje wist ik de longarts te vertellen dat er een foto gemaakt moest worden van mijn linkerlong. Hij reageerde licht geïrriteerd: “Hoe weet jij dat nou?” In die ziekenhuisperiode van zeven weken ben ik achteraf gezien volwassen geworden, zowel lichamelijk als geestelijk. Door vele gesprekken, onder anderen met de hoofdzuster, ontdekte ik wie ik als persoon was. Omdat ik ‘lopend patiënt’ was, ging ik het hele ziekenhuis door en bracht andere patiënten een kop koffie en voerde hele gesprekken. Gé Geukers kwam twee keer per week op bezoek en soms moest hij zijn best doen om me ergens op te sporen. Het was een bijzondere tijd die wellicht mede ten grondslag ligt aan latere levenskeuzen.
Tegelijk met de aanvang van mijn seminarietijd was in oktober 1962 het Tweede Vaticaans concilie begonnen. Dit bracht grote veranderingen teweeg, ook in het seminarieleven. Bij het begin van de Advent in 1964, ik zat toen in de derde klas, werd de mis van het ene op het andere moment in het Nederlands gelezen. Ik herinner me dat de nieuwe missaals nog de nacht tevoren werden bezorgd. Er werden nieuwe liturgische liederen gemaakt door ene Huub Oosterhuis, een pas gewijd priester en de eerste nieuwe zangbundel in Hageveld, samengesteld door onder anderen Siem Groot, bevatte veel van zijn liederen. Moesten we eerst eenmaal per 14 dagen verplicht biechten (en Geukers hield dat strikt in de gaten!), ineens deden we dat collectief niet meer en daar werd van hogerhand helemaal niet op gereageerd. De overgang van het Rijke Roomse leven naar een experimentele geloofsbeleving was een feit.
Pastoraat
In 1968, aan het eind van de zesde klas, vroeg ‘pappa’ Klück, de latere pastoor van Egmond en deken van Alkmaar mij: “Wat ga je hierna doen Herman?” Ik besloot, een beetje tegen de heersende opinie in, theologie te gaan studeren. De meesten van mijn klasgenoten (het aantal was inmiddels gedaald tot 30), gingen medicijnen, sociologie of talen studeren. Veel klein-seminaristen van toen, die niet verder gingen in het pastoraat, vormen nu nog steeds de ruggengraat van parochies (ook van de onze!).
In 1969 trouwde de jezuïet Huub Oosterhuis. Hij was voorganger in de Studenten Ekklesia, waar ik ook veel en graag kwam. De Ekklesia besloot toen een eigen weg te volgen, buiten verantwoordelijkheid van het bisdom. Ik deed in die tijd ook vrijwilligerswerk in de Posthoorn, mijn oude parochiekerk. Het aantal parochianen daar kromp snel en de meesten waren op leeftijd. Toen diende zich heel concreet de vraag aan: ga ik mee met de Studenten Ekklesia of blijf ik bij de Moederkerk en kies ik voor het ‘gewone’ pastoraat. Ik koos zoals u weet voor het laatste en studeerde in 1977 af aan de KTH Amsterdam. Ik kreeg een benoeming als pastoraal werker in twee parochies, Zwaag en Zwaagdijk-West bij pastor Jan Nieuwenhuis. Ook werd ik benoemd tot districtscatecheet voor het dekenaat Hoorn. Het was hard werken en ik leerde de streek rond Hoorn en zijn inwoners goed kennen.
Priesterschap
Voor de nodige bezinning en rust was ik eens per maand een dag te gast in de Abdij van Egmond. Pater Visser was mijn begeleider. In 1981, ik was toen 31 jaar, vroeg hij mij op een dag: “Je hebt geen verkering, je hart ligt bij het pastoraat, waarom laat je je niet wijden?” Ik heb toen een lange wandeling gemaakt. Over de drie kluften richting het strand en terug. Ik had geen antwoord op de vraag ‘waarom niet?’ en besloot die middag om op te gaan voor het priesterschap. 20 Mei 1982 werd ik in de Martinuskerk van Zwaag, onder het toeziend oog van parochianen en familie, door Mgr. Zwartkruis tot priester gewijd.
In 1984 werd ik benoemd in Bussum en in 1990 kwam ik naar Heiloo, inmiddels bijna 30 jaar geleden. Mijn weg, mijn keuzes, werden al die jaren gestuurd door ontmoetingen met mensen die op een cruciaal moment iets wezenlijks tegen mij zeiden, iets dat, na overpeinzing, bepalend voor mij was. In vele anderen ontmoette ik de Ander, God. Nu achteraf heb ik, alles overziend, geen spijt van die keuzes, ik zou ze absoluut weer maken.
naar de woorden van pastor Herman Helsloot,
Marieke Hoetjes
Vieringen
- Donderdag 16 januari – 10.00 uur
Eucharistieviering in Zorgcentrum Overkerck - Vrijdag 17 januari – 09.30 uur
Eucharistieviering in de Moeder Godskapel - Zondag 19 januari – 10.00 uur
Woord- en Communieviering met De Brug
Voorganger: J. Olling
Gebedsintenties:
Ter nagedachtenis aan de lieve bijzondere Ali Witte, Peter de Boer, Annie van Westerop, Maria Adelaar-Schoemaker, Martha Groen-Groot, In liefdevolle herinnering: Jan Zoon, Johannes Hendrikus Hageman
Agenda
- Dinsdag 14 januari
13.00 uur: Vergadering Parochiebestuur
20.00 uur: Asielbeleid in Nederland, door Jan-Willem Verbaas, Ter Coulsterkerk Heiloo - Woensdag 15 januari
19.30 uur: MOV-HALE te Limmen - Vrijdag 17 januari
15.00 uur: Commissie ‘rond de waterput’
Extra Nieuws
Asielbeleid in Nederland
Het asielbeleid is een politiek gevoelig onderwerp waar iedereen een mening over heeft, maar hoe zit het nu precies? Wanneer krijgt een asielzoeker een verblijfsvergunning? Hoe zat het met Lily en Howick en het kerkasiel van de familie Tamrazyan in de Haagse Bethelkerk? Bestaat er nog een kinder-pardon? Hoe zit de Turkije -deal in elkaar?
En wat hebben we te verwachten van de Europese Unie?
Frans Willem Verbaas is asieladvocaat en voormalig bestuurslid van de beroepsgroep van asieladvocaten, de Vereniging Asieladvocaten en Juristen Nederland (VAJN). Eerder publiceerde hij artikelen over het asielrecht; ook schreef hij een boek over asielbeleid.
Hij zal ingaan op al de vragen over asiel die leven bij het publiek.
Wie: dhr. Frans-Willem Verbaas
Wanneer: dinsdag 14 januari 2020 om 20.00 uur
Waar: Ter Coulsterkerk, Holleweg 111, Heiloo
Bijdrage: € 3,-