Openingswoord 8 september 2019
Welkom, welkom, welkom,
welkom aan u allen
welkom aan alle mensen uit Egmond aan den Hoef,
maar ook uit Egmond aan Zee en Egmond-Binnen.
Drievoudig en driewerf welkom
namens pastores en bestuur
Welkom ook namens God zelf
in wiens naam wij hier bijeenkomen.
“Waar twee deuren sluiten
gaat één andere deur open”.
Afgelopen zondagen hebben we twee deuren gesloten
vandaag openen wij de vernieuwde kerk van de Hoef.
Want wij hebben dierbare voorwerpen meegenomen:
Vanuit de Adelbertuskerk te Egmond-Binnen
het beeld van Adelbert,
de reliekschrijn van Adelbert
en de gong,
die als opening van deze viering zojuist klonk.
Vanuit de Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Egmond aan Zee
de Godslamp
de Paaskandelaar,
de lessenaar
het wierookstel
de sedilia en de credens.
En ook, vanuit de Corneliuskerk te Limmen de stoelen hier vooraan.
Graag hadden we bij aanvang van deze viering
enkele liturgische voorwerpen uit Egmond-Binnen en Egmond aan Zee
in processie naar voren willen brengen.
Maar ze waren te zwaar of te groot
en ze zijn daarom hier al van tevoren opgesteld.
Kees Kager en Fia Drost staan hier echter niet met lege handen.
Zij vertegenwoordigen de parochianen uit de twee gesloten kerken
en nemen hun geschiedenis, hun verdriet,
maar ook hun geloof, hoop en liefde mee
voor de toekomst van deze nieuwe gemeenschap.
Zo bouwen we aan een huis
waar mensen uit de drie Egmonden samenkomen
een huis waarin God zelf aanwezig is
om onder ons te wonen
Hier openen we week in week uit het boek
en delen wij het levensbrood.
Dat u allen zich hier thuis mag voelen
en dat wij samen een goede toekomst tegemoet gaan
laten we daarvoor bidden.
Preek 8 september 2019
Eerste lezing: Jesaja 25 , 6 – 9 ; Evangelie: Lucas 9 , 28 – 36
Velen van u waren aanwezig bij de laatste viering in Egmond-Binnen en/of Egmond aan Zee.
In verschillende groepen met elkaar napratend kwamen wij tot de conclusie
dat het beide goede vieringen waren geweest.
Ieder van ons had een bepaald moment wat op zijn of haar netvlies was blijven hangen
– het moment van de consecratie
– het sluiten van de deuren in Egmond aan Zee
– het langzaam uitgaan van de lampen
Voor mij persoonlijk was dat het moment, waarop ik met de ciborie met overgebleven hosties – ciborie met Onze Heer – de kerk uitliep.
Ik heb toen aan den lijve ervaren wat het betekent: deze kerk wordt gesloten.
Die luttele meters naar de uitgang van de kerk waren een zware tocht voor mij.
Twee plekken waar jarenlang mensen bijeen kwamen in het huis van de Heer om letterlijk zijn aanwezigheid in de gedaante van brood en wijn daar te vieren.
Want het zijn niet alleen onze kerken,
het huis waar wij jarenlang vaak kind aan huis waren,
maar vooral is het de plaats waar Christus te vinden is:
het huis van de Heer,
een plek waar ik als klein jongetje uit eerbied mijn petje
– en volwassen mannen hun hoed- voor af nam,
als ik er op straat lang ging
en waar generaties week in week uit samenkwamen
om eucharistie te vieren.
Vandaag zijn wij hier bijeen in de aloude kerk van Jan Stuyt,
van Egmond aan den Hoef, de H. Margaretha Maria Alacoque.
De oude kerk van de Hoevers, maar de nieuwe kerk van de Derpers en de Binders.
Waar twee deuren sluiten gaat één andere deur open.
Gaat open voor allen die op zoek zijn naar de Heer.
Een aantal van de schatten van de twee gesloten kerken zijn meegenomen
en staan nu hier.
En wij slaan zoals elke week dat oude boek – de Bijbel- open
om gevoed te worden door die verhalen.
In de eerste lezing uit de profeet Jesaja lezen wij:
“Op deze berg richt de Heer voor alle volkeren een feestmaal aan”
Hoezo? Feest?
Het verdriet om de twee huizen van de Heer die gesloten zijn,
overheerst nog:
de wonden zijn nog te vers.
Toch wil dit huis voor ons vandaag als een berg zijn:
Een berg, een hoge plek in het landschap
waar wij even boven de harde werkelijkheid worden uitgetild:
waar het visioen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
– waar God zelf bij zijn mensen zal wonen-
éven werkelijkheid wordt.
Deze kerk is vandaag voor ons een berg
een plek tussen hemel en aarde
een plek – met oude vertrouwde voorwerpen-
waar wij elkaar en bovenal God mogen ontmoeten.
Een berg die je uittilt boven de kleinigheden van het leven,
boven het dal van het alledaagse.
Hier is ruimte om verder te zien,
hier ontvouwt zich een visioen.
Wij zijn als gelovigen bergbeklimmers
die elke week deze berg mogen beklimmen
om even op te stijgen boven het leven van elke dag
en het visioen opnieuw mogen beleven,
waar wij nieuwe mensen worden
een vredeshuis vervuld van oude wensen.
Het is die berg waar de Heer zelf de mens tegemoet komt
en voor hem – voor alle volkeren-
een maaltijd aanricht,
alle vijandschap en ruzie en onmin voorbij.
Deze kerk, dit huis van de Heer,
hier komen wij samen om te bidden en te vieren
en lopen zo al een stukje vooruit op de toekomst,
als Gods koninkrijk,
dat Rijk van vrede en recht,
gekomen zal zijn.
Dat vieren wij – als een feest-
in de liturgie
omdat dan de sluier van verdriet en dood is weggenomen
– alle tranen gedroogd-
en wij zingen voor de Heer, want Hij heeft ons gered.
Het Evangelie van vandaag staat bekend als de ‘gedaanteverandering van de Heer’.
Maar het is veel meer dan dat.
Ik hoop dat u het mij vergunt dat wij het evangelie wat nauwkeuriger bekijken.
Ook dat verhaal speelt zich af op een berg:
even boven het gewone leven uit:
een topervaring.
Er staat: ‘acht dagen na deze woorden’
Deze woorden? Welke?
Direct voorafgaand aan dat stukje
stelt Jezus de vraag wie de mensen zeggen dat Hij is
en Petrus antwoordt met de belijdenis:
“Gij zijt de Christus”.
Dan vervolgt Jezus met de aankondiging van zijn lijden
en doet de oproep aan de mensen om hem na te volgen
door hun kruis op zich te nemen.
Het gebeurt op de achtste dag,
niet opnieuw de eerste dag dus,
maar dit is een dag van herschepping
de opening naar de toekomst
de opstanding na het lijden.
Jezus neemt drie leerlingen met zich meemee
– Petrus
– Jacobus
– Johannes
en het is niet al te gewaagd
om in hen de representanten te zien van de drie Egmonden.
Jezus gaat de berg op om te bidden
niet zomaar wat formuliergebeden, nee,
Hij gaat in intiem gesprek met God,
daar op de berg, dichtbij de hemel
Alles wat volgt is dus een gebedservaring.
Het is een topervaring, een hoogtepunt in het leven van Jezus.
Zijn gelaat verandert van aanblik:
Gods licht straalt er doorheen.
En zijn kleren worden verblindend wit
Wit: de verzoening van alle kleuren
en stijgt uit boven alle aardse gebrokenheid.
Wit verwijst naar de hemel.
Twee bergbeklimmers uit het Oude Testament zijn bij Jezus:
Mozes en Elia.
Mozes, de vleesgeworden Thora,
die op de berg Sinai van God de 10 geboden kreeg:
de wegwijzers voor onderweg,
de wegwijzers naar het leven.
Elia is misschien wel de belangrijkste profeet.
Hij vocht met de afgoden, de Baäls, op de berg Karmel:
de Baäls van deze wereld
de afgoden van het bezit
van hebben en houden
tegenover de God van Elia,
de God van het Verbond
“Ik zal er zijn voor jullie”.
En nog iets:
Mozes is gestorven in het zicht van het beloofde land
en God zelf heeft hem daar begraven
op een tot nu toe onbekende plaats
Hij is bij God geborgen
Elia is in een vurige wagen ten hemel gevaren,
gedragen door de adem van God
Ook hij is bij God geborgen.
Het is daar boven op die berg
al even Pasen.
Mozes en Elia spreken met Jezus over zijn heengaan,
het gaat over het levenseinde van Jezus in Jeruzalem, op de berg Golgotha.
Neen, méér nog.
Er staat in het Grieks letterlijk ‘Exodus’.
het gaat over de uittocht die Jezus gaan moet
De uittocht uit het kwaad van de slavernij,
een uittocht die dóórtocht blijkt te zijn en uitloopt
op intocht in het beloofde land,
in eeuwig leven
in een nieuwe schepping,
in een bevrijde wereld.
Petrus en zijn metgezellen zijn ondertussen in slaap gevallen
zij weten van niets.
Maar uiteindelijk ziet Petrus Jezus in zijn heerlijkheid
en Mozes en Elia.
En tegen Jezus zegt hij:
“Laat ons drie tenten bouwen
één voor U,
één voor Mozes,
één voor Elia.
En weer ligt de vergelijking voor de hand:
drie tenten bouwen,
drie kerken in Egmond-Binnen, Egmond aan Zee en Egmond aan den Hoef.
Het lijkt voor ons vandaag, op deze zondag,
een hemels tafereel
– alles mooi en goed
– ieder zijn eigen plek.
Petrus wil dit vasthouden en bestendigen:
blijven waar het goed en veilig is,
mooi met eigen gelijk en geluk.
Maar de schrijver van het Evangelie, Lucas, geeft commentaar:
“Hij wist niet wat hij zei”.
Inderdaad, het gaat niet meer,
hoezeer het ons/mij ook spijt,
het is de huidige tijd.
Geen tenten bouwen,
maar weer met beide voeten op de grond
de berg afdalen om samen verder te gaan.
Maar eerst nog iets anders:
Terwijl Petrus nog aan het spreken is
komt er een wolk aandrijven
geen schapenwolkje, maar een wolk als teken van Gods aanwezigheid.
God wil hier zelf zijn,
op deze berg,
in deze kerk,
– niet alleen in het hemelse wit van de kleren van Jezus
– niet alleen in zijn boodschappers Mozes en Elia, die bij hem leven.
En uit die wolk, teken van Gods aanwezigheid,
klinkt een stem
bestemd voor de leerlingen
en over hun hoofden heen tot ons
“Dit is mijn zoon, de uitverkorene,
luistert naar hem”
Luisteren is meer dan alleen letterlijk luisteren
Het is met Jezus meegaan
achter hem aan gaan.
Met hem meegaan naar Jeruzalem
en hem volgen in zijn lijden en opstanding.
Het verhaal eindigt in een anti-climax.
Jezus is alleen en de leerlingen vertellen niet wat ze gezien hebben
Wij vertellen wél wat we gezien en gehoord hebben:
onze neiging om drie tenten te bouwen,
onze ervaringen en goede herinneringen uit het verleden
maar vooral dat wij weer van de berg afgaan
om hier in deze kerk samen verder te gaan.
Twee deuren gesloten
één deur staat wijd open
– één kerkgebouw
– één plek die we week in week uit mogen beklimmen als een berg
– één plek om het visioen levend te houden.
De kerk van Jan Stuyt
de kerk van Margaretha Maria Alacoque
de kerk van de Egmonden, het huis van de Heer.