Van Mirakelput tot Jeruzalemvaarders
‘Zuks moet je opskroive!’
Het is een gevleugeld gezegde dat Jan Pannekeet, mijn leraar Nederlands in de eerste klas van het Lyceum, regelmatig gebruikte. Hij gaf zelf het goede voorbeeld. Van zijn hand zijn bijvoorbeeld het Westfries woordenboek en de bundels Konkeltoid en Mooi zoid. Woorden en verhalen op schrift vastleggen voordat ze vergeten worden, dat was zijn passie.
Ook in onze parochie is het belangrijk om zaken op schrift vast te leggen en een archief bij te houden. Natuurlijk in de eerste plaats wat betreft de officiële stukken. Maar ook de verhalen over herkomst van bijzondere voorwerpen en ooggetuige verslagen van grote gebeurtenissen zijn het bewaren waard. Laatst vroeg de Historische Vereniging Heiloo naar een verklaring van de naam ‘Brunogebouw’. In het boek ‘Heiloo voor en na Willibrord’ heeft de heer Admiraal een heel stuk geschreven over deze parochie en daarin wordt de naam verklaard: de bouw (rond 1923) van het zusterklooster aan de Mallevoortsdijk (Pastoor van Muijenweg), alsmede bewaarschool, gymnastieklokaal (tevens dienst doende als verenigingsgebouw) en een meisjesschool was voor de parochie een enorme investering. Er werd een hypotheek genomen op goederen van de parochie én er werd 100.000 gulden geleend van de paters Karthuizers in Engeland. De grondlegger van de Karthuizers is de Heilige Bruno. Als geste naar de paters die het geld leenden en naar hun grondlegger, werd de naam Bruno aan het verenigingsgebouw gegeven.
Onlangs sprak ik met de heer Gert-Jan Reussien over de scholen die hier vroeger bij de kerk stonden. Hij kwam met een mooi verhaal over een Maria-Mozaïek en we concludeerden samen: ‘Zuks moet je opskroive!’ Dat deed hij per omgaande. Hieronder zijn verhaal dat het bewaren waard is.
Marieke Hoetjes
Het Maria-Mozaïek op Kapel
In 1972 kwam ik naar Heiloo; ik had gesolliciteerd naar de huishoudschool. In 1974 liep het aantal leerlingen terug en moest ik weg. Door het vertrek van de schoolhoofden van de Mariaschool en de Lidwinaschool werd mij gevraagd, of ik hoofd van de Mariaschool wilde worden. Daar heb ik lang over nagedacht, want eigenlijk was het niet mijn ambitie, maar heb ik uiteindelijk toch ja gezegd want er moest ‘brood op de plank’ zijn.
Intussen was het bestuur bezig met plannen voor een nieuwe Mariaschool. Die kwam op de plek waar nu het Trefpunt staat. Toen de school klaar was, werd aan de Bergense kunstenaar Henk van den Idsert de opdracht gegund een kunstwerk voor de school te maken. Hij ontwierp een Maria-mozaïek dat op de zuidgevel van de school geplaatst werd, zodat de zon er op kon schijnen. Dat gaf een glinsterend effect van de blauwe en goudgekleurde steentjes om de afbeelding van Maria met het Kind met het genadekapelletje van O.L.Vrouw ter Nood. Die flonkerende steentjes, zo vertelde Van den Idsert, staan symbool voor de glinstering van de zee.
Jaren later, het moet in de negentiger jaren geweest zijn, kwam ik terug van vakantie en las ik in de Uitkijkpost dat de Mariaschool gesloopt zou worden. Ik ben ijlings naar het gemeentehuis gegaan, uitgelegd wat het mozaïek voorstelde, verteld wie de maker was en gevraagd of de gemeente ervoor wilde zorgen dat het behouden kon blijven. Ik kan zeggen dat de gemeente alle medewerking verleende: de slopers hebben het mozaïek in een groot vierkant uitgezaagd, op een door de gemeente ter beschikking gestelde wagen gelegd, en daarmee naar O. L. Vrouw ter Nood gebracht. Daar kreeg het een mooie plek in de zon. Maar toen er bouwplannen van het Oesdom kwamen, is het weggehaald en voorzichtig op een plek in het bos gelegd. Toen ik dat ontdekte, heb ik contact opgenomen met het bestuur van Kapel en heeft het eindelijk zijn definitieve plaats gekregen bij het Oesdom, waar het weer kan schitteren in de zon.
Ik hoop dat veel pelgrims er ook van zullen genieten!
Gert-Jan Reussien