Nieuws uit de Kerkstraat
Het voorjaarsprogramma van ‘Rond de waterput’ is goed op stoom en deze maand is het eerste programmaonderdeel een lezing over de heilige Titus Brandsma. De Ontmoetings-ruimte is voor de gelegenheid van kerk tot filmzaal omgebouwd. Het altaar is zondag na de viering al opzij geschoven door koster Piet om plaats te maken voor een filmscherm en van de eerste rij zijn een paar stoelen verwijderd zodat daar de projectietafel kan staan.
Ruim op tijd arriveert de spreker van vanavond, pastor Matthé Bruijns. In zijn reisbagage een beamer, laptop en geluidsboxen. Samen met André, lid van de waterput-commissie, gaat hij aan de slag om zijn presentatie technisch voor te bereiden. “Altijd weer spannend. Als ik me al zorgen maak over een spreekbeurt, dan is het over de techniek. Je weet maar nooit, daarom heb ik mijn eigen spullen mee, maar dan nog…” Ik kan het met hem meevoelen en daarom laat ik de heren verder met rust en houd ik me bezig met de catering, dat is een stuk minder stressvol.
Als de eerste deelnemers arriveren komt André de keuken in: “Zijn er hier misschien nog geluidsboxjes, het lijkt erop dat die van Matthé het niet doen”. “In het kantoor moeten er nog wel een paar staan, op het bureau van Ina”, bedenk ik. En inderdaad, ze staan op haar bureau en het lukt ons om de boxjes uit de snoerenwirwar los te koppelen. Vol goede moed worden de speakers verwisseld, maar uit de verte hoor ik al dat het niet helpt.
Even na acht uur begint Matthé aan zijn lezing over deze bijzondere persoon, Titus Brandsma, uit Oegeklooster bij Bolsward, een kleine, zeer katholieke enclave in het verder meest protestante Friesland. Eén van de toehoorders reageert enthousiast, ook hij blijkt opgegroeid in die regio en hij herkent zich in het verhaal. Op 18-jarige leeftijd treedt Titus in bij de Karmelieten in Boxmeer, hij wordt priester gewijd op zijn 24ste en gaat in Rome studeren, waar hij ook promoveert. Terug in Nederland begint hij een academische carrière als hoogleraar aan de Nijmeegse Universiteit waar hij in 1932 Rector Magnificus wordt. Daarnaast is hij zeer actief in de journalistiek. Hij ziet de gevaren van het Nationaal Socialisme en bekritiseert in publicaties het opkomend nazisme. Bij het uitbreken van de oorlog helpt hij kardinaal De Jong bij het schrijven van herderlijke brieven over openlijk verzet tegen de NSB en de Duitse bezetting. Titus wordt door de Sicherheitsdienst gearresteerd in januari 1942, wanneer hij door het land reist met een brief voor de katholieke dagbladredacteuren. In die brief verbieden de bisschoppen om NSB-advertenties in de kranten op te nemen. Hij wordt gevangen gezet in Scheveningen, in kamp Amersfoort en tenslotte in Dachau waar hij eind juli 1942 overlijdt.
Dan is het tijd voor de korte film over het leven van Titus. “Het wordt helaas een stomme film, maar ik zal de begeleidende tekst verzorgen”, kondigt Matthé aan en dat lukt prima. Als de film afgelopen is en de beamer wordt losgekoppeld, klinkt ineens het geluid van de aftiteling. Dat brengt nieuw perspectief en we kijken de film nog een keer, nu op klein beeld van de laptop, maar mét geluid.
Ter afsluiting van de lezing vertelt Matthé ons meer over de manier waarop Titus in het leven stond. Zo horen we dat Titus, ondanks zijn verslechterende gezondheid toch lezingen, preken, en zelfs een Goede Vrijdagviering heeft georganiseerd. Hij kon het goed vinden met zowel medegevangenen als bewakers, die hij weigerde te beledigen of minderwaardig te behandelen. De basis was steeds zijn mystieke levenshouding. Volgens Titus is God niet alleen de diepste grond van ons wezen, maar is Hij ook aanwezig in iedereen en alles wat ons op aarde omringt en dat moet in onze daden tot uitdrukking komen.
We bedanken Matthé voor de boeiende lezing met applaus en een boekenbon en dan is er nog even tijd om na te praten. Iemand vertelt dat Titus vlak na de oorlog al werd aangeroepen toen haar broer ernstig ziek was, dat is ver vóór zijn zaligverklaring in 1985. Inderdaad kwam er direct een sterkte volksdevotie op, stelt Matthé, dat was op zich al een wonder. En Titus staat daarbij ook ‘symbool’ voor alle mensen, bekend of onbekend, die zich in de Tweede Wereldoorlog echte ‘heiligen’ hebben getoond.
Marieke Hoetjes
Vieringen
Live uitzending van vieringen in de Willibrorduskerk
Van alle vieringen in de Willibrorduskerk wordt een live-stream opname gemaakt die rechtstreeks te zien is via ons YouTube kanaal. Ook kan via dat kanaal een opname worden teruggekeken.
Klik op deze link: H. Willibrorduskerk
- Zondag 19 februari – 10.00 uur
Woord- en Communieviering met De Brug
Voorganger: B. Leurink
Livestream: https://www.youtube.com/watch?v=3tFFXoe_6Hs
Gebedsintenties:
In liefdevolle herinnering: Jan IJpelaan en overleden familie, Johannes Hendrikus Hageman, In liefdevolle herinnering: Will Lumens-Borst, Jac Verberne - Dinsdag 21 februari – 09.30 uur
Eucharistieviering in de Ontmoetingsruimte - Aswoensdag 22 februari – 19.30 uur
Eucharistieviering met Askruisje, Dames- en Herenkoor
Voorganger: I. Osterhaus
Gebedsintenties:
Marianne van der Heijden-Belleman, Overleden familie Lammers - Vrijdag 24 februari– 09.30 uur
Rozenkransgebed in de Ontmoetingsruimte - Zondag 26 september – 10.00 uur (géén viering in de Willibrorduskerk)
REGIOVIERINGVIERING in de Jacobuskerk te Akersloot
Voorganger: I. Osterhaus en M. Nagtegaal
Gebedsintenties:
Johannes Hendrikus Hageman, In liefdevolle herinnering: Arie Schaap, dochter Annette en overleden familie, Maria van Poecke-Limmen, In dierbare herinnering: Cornelis Johannes Maria Burger
Agenda
- Vrijdag 24 februari
15.00 uur: Commissie Waterput in de Vergaderzaal Beneden
Extra Nieuws
Hongerdoek: Ontmoeten op Oooghoogte
Als hongerdoek gebruiken we dit jaar de doek die we ook in 2018 gebruikten.
De officiële titel van dit doek is: ‘ik ben omdat wij zijn.’
De titel verwijst naar een Afrikaans spreekwoord:
‘Ik ben omdat jij bent – en jij bent omdat wij zijn’.
Twee mensen zijn vervlochten
in een intensieve ontmoeting met elkaar
aan een grens, over een grens heen.
Door het diepgaande en respectvolle toewenden
van beide hoofden naar elkaar toe,
wordt die grens een overgang, een brug.
De twee personen kijken elkaar indringend aan.
Ontmoeting kan alleen als mensen op elkaars ooghoogte zijn,
als de een de ander wil en durft aan te kijken als gelijke.
De armen van beide figuren zijn verstrengeld in elkaar
en onderstrepen het intensieve karakter van de ontmoeting,
omdat de figuren elkaar aanraken
en in elkaars persoonlijke sfeer binnendringen,
maar daarbij wel de kleur van de ander aannemen.
In dit spel van geven en ontvangen groeit een relatie,
groeit betrokkenheid op elkaar.
Dat spel van geven en ontvangen kan alleen gespeeld worden
vanuit een eigen identiteit.
Je moet immers iets te geven hebben in je relatie met de ander
en openstaan om iets te ontvangen dat jezelf nog niet hebt.
Verschillen in eigenschappen vallen niet weg in de ontmoeting,
maar zijn juist de basis ervan.
Identiteit gaat vooraf aan intimiteit.
Wie niet of slecht op eigen benen kan staan,
is ook niet in staat om op ooghoogte van de ander te komen.
Diversiteit en eenheid zijn de twee kanten van de medaille die ontmoeting heet.