Nieuwsbrief week 17

2e Paasdag

Op het moment dat ik dit schrijf is het de ochtend van 2e paasdag. Ik kijk terug op de meest merkwaardige Goede Week die ik ooit heb meegemaakt. Het vieren van het hoogtepunt van ons christelijk geloven is bijna in stilte voorbijgegaan. Het feest van echte verbondenheid en het nieuwe begin van de lente is dit jaar niet letterlijk gevierd. Ik houd er een dubbel gevoel aan over: een gevoel van verdriet en machteloosheid en toch ook een gevoel van hoop en vreugde. Want niet alleen heb ik tot mijn verdriet het hoogtepunt van de liturgievieringen in de Goede Week dit jaar niet meegevierd en mede vorm gegeven; niet alleen mis ik de gevulde eieren die aanvankelijk eerst mijn moeder en later mijn zus klaar maakte tijdens het traditionele familiediner op Pasen, maar ook heb ik intenser dan anders de hoop geproefd die er met het Paasfeest gevierd wordt: dat de dood uiteindelijk niet het laatste woord heeft, maar het leven.

Op Witte Donderdag en tijdens de Paaswake heb ik samen met diaken Paul Bindels de eucharistie gevierd en mijn gedachten gingen terug naar het joodse paasfeest. Juist dit jaar viel dat joodse paasfeest (Pesach) gedeeltelijk samen met ons christelijke paasfeest. De 1e dag van het joodse Pesach was onze Witte Donderdag en op de vooravond daarvan (woensdagavond) vieren de joden overal ter wereld hun jaarlijkse paasmaal; de seder-. avond. Men komt in gezinsverband bij elkaar om het feest van de ongedesemde broden te vieren: 8 dagen lang eet men matses: brood dat bereid is zonder gist of zuurdesem. Dat doet men ter herinnering aan het oorspronkelijke gebeuren van het paasfeest op de vooravond van de Uittocht uit Egypte: men moest haastig eten en had geen tijd om het brood te laten rijzen (zie Exodus 12). Pesach betekent ‘voorbijgang’: men vierde dat de Heer voorbijging aan de joodse huizen toen hij door Egypte ging om al het eerstgeborene te vernietigen. Dat was de laatste plaag waardoor de Farao uiteindelijk akkoord ging om de Israëlieten te laten vertrekken en zij uit Egypte, dat land van de dood, weg konden trekken.
Pasen is zo geworden het feest van onze bevrijding uit de slavernij van het machtige Egypte. Het is dus het feest van onze vrijheid: onze vrijheid, die wij van God gekregen hebben. De joodse traditie zegt immers dat elke generatie zich moet zien als een generatie die de Uittocht uit Egypte zélf heeft meegemaakt. Dat is het wezen van de Seder, het joodse paasmaal: het herbeleven van de slavernij én de vrijheid, door middel van rituelen, voedsel, gebed en leergesprekken, waardoor elke volgende generatie het Pesach-feest als haar éigen feest kan beschouwen. Het Bijbelverhaal van de uittocht uit Egypte wordt naverteld als het jongste kind tijdens die sederavond de traditionele vraag heeft gesteld: “waarom is deze avond zo anders als alle andere avonden?”
Ja, waarom beleef ik dit paasfeest als anders dan alle andere paasfeesten? Wellicht omdat de slavernij nooit zo concreet is geweest als in onze dagen: wij gaan gebukt onder het coronavirus en alle maatregelen die daartegen genomen worden. Wellicht ook en vooral omdat wij de hoop en de vreugde beleven van de bevrijding door God uit de slavernij van ons dagen. Want juist in deze dagen van wereldwijde crisis zien wij overal tekenen van solidariteit en daadwerkelijk meeleven, al is het soms in kleine gebaren. Wij zijn bang voor besmetting, maar wij zijn niet bang voor de ‘besmetting van de hoop’ die uit al die gebaren speekt. En daarom is het voor mij nu écht Pasen: de hoop die zich vertaalt in concrete daden van liefde, de hoop en het geloof dat leven ondanks alles sterker is dan de dood.
Die hoop wens ik u toe en wens u in die zin nogmaals: een Zalig Pasen.

Pastor Herman Helsloot

 

Nieuws uit de Kerkstraat

In de vorige nieuwsbrief kon u lezen wat onze kerk aan maatregelen heeft moeten treffen in verband met het coronavirus maar hoe wordt er achter de schermen mee om gegaan?
Wij moesten zelf ook een moment van bezinning krijgen en hebben elkaar, onbewust, misschien wel eens voor het hoofd gestoten. Met een opmerking, met een beweging, of juist geen beweging, stante pede, buiten mensen om, een beslissing moeten nemen. Maar omdat de situatie af en toe zo nijpend was, was er soms geen tijd om, zoals normaal wel gebeurd, met iedereen te overleggen.
Ook ik moet nu mensen uit kantoor houden, niet alleen voor mijn eigen bescherming maar voor de bescherming van iedereen. En ook dat is geen leuke maatregel, maar je moet jezelf voorhouden dat je besmet bent en dat je deze maatregel neemt om zo min mogelijk mensen te besmetten. Dat het een rare situatie is dat moge duidelijk zijn.
Toch proberen we zo goed als mogelijk alles draaiende te houden. Er komen meerdere telefoontjes binnen en daar waar mogelijk kan ik de mensen te woord staan maar even zo vaak moet ik doorverbinden naar Marieke of Paul. Want dit zijn, overwegend, de verdere aanwezigen in het Willibrordushuis. Mijn persoon bemenst de benedenverdieping, voornamelijk het kantoor, Paul en Marieke bemensen de bovenverdieping, elk in hun eigen kantoor.
Mensen die langskomen moeten tegenwoordig door het raam praten, en de post wordt, als het kan, onder het loket raam door geschoven. Onze vrijwilligers hebben we gevraagd zoveel mogelijk thuis te blijven hoe vervelend dat ook is. Zij, en vele anderen, worden zoveel mogelijk digitaal van alles op de hoogte gehouden. De nieuwsbrief wordt digitaal verstuurd naar de mensen van wie we een mailadres hebben, en tegenwoordig kunnen we vieringen opnemen die via een link te bekijken zijn. Niet de ideale situatie, maar voor nu werkt het. Ooit zal er weer een andere tijd komen.
Elke ochtend open ik het Stiltecentrum, steek hier de kaarsen aan en ik zet een windlicht buiten. Van een parochiane kregen we een Noveenkaars om in dit windlicht te zetten, deze kaarsen branden uren achter elkaar en dat is beter dan de waxinelichtjes die we er in eerste instantie in hadden staan. Wat zijn we blij met zo’n mooi gebaar.
Nadat er al een paar weken geen viering was in Overkerck kwam donderdag 19 maart het bericht vanuit de overheid dat de verpleeghuizen op slot gaan. Hoe erg is het inmiddels geworden? Om ons heen zien we dat er mooie initiatieven ontstaan, van een serenade onder een balkon tot een orgel op de parkeerplaats voor Overkerck, tot een piano en een zangeres op het grasveld van de Loet. En vanuit de parochie ontvangen zij de nodige informatie op papier. Het contact wordt goed onderhouden.
In de week voordat veel op slot ging is er nog hard gewerkt aan het Parochieblad. Als het goed is, is het blad inmiddels bij eenieder bezorgd. Maandag 30 maart stonden de kratten zoals gewoonlijk weer op de bank in de Kerkstraat. Voor ons de vraag wie er zou komen en wat waren we verrast dat alle kratten aan het eind van de ochtend weg waren. Fantastisch dat dit, ondanks alles, zo super gegaan is! Grote Dank!
En dan wil ik nog even vermelden dat zoveel mensen om/aan ons denken, te denken valt aan de vele telefoontjes, het pak koek dat we kregen, de kaarsen, de paaseitjes, en van de week stond er zomaar een bak met bolletjes in de Kerkstraat. Zo mooi allemaal…….
Tijdens het schrijven van dit stukje zijn er vier weken voorbij, vier weken, het lijkt wel een jaar…..….vier weken met een lach en een traan………vier weken waarin er steeds meer maatregelen genomen zijn..…….vier weken dat horeca, scholen, verpleeghuizen, kerken gesloten zijn……..vier weken geen volle agenda…………vier weken waarin al meer mensen besmet raken……….vier weken waarin we met zijn allen een hoop zorgen hebben………………
Maar ook vier weken dat de klokken op woensdagavond 7 uur luiden, klokken van hoop en troost. Want dat is wat we de komende tijd nodig hebben, hoop, troost en ook wat geluk.

Voor nu wens ik u alle goeds, houd afstand, blijf gezond en zorg goed voor elkaar
Hartelijke groet Astrid Wiebering-Vlaar

© 2018 Bron van Levend Water. Alle rechten voorbehouden. | Privacybeleid

ontwerp: designw.nl - technische realisatie: webheld.nl